De EU is een politieke en economische unie van 27 Europese landen die samenwerken op gebieden zoals handel, economie en justitie. De Schengenzone is een apart onderdeel van de EU waar binnenlandse grenscontroles tussen de deelnemende landen zijn opgeheven, wat betekent dat reizigers zonder paspoortcontrole binnen de zone kunnen reizen.
Niet alle EU-landen zijn deel van de Schengenzone, en sommige landen die niet deel uitmaken van de EU, doen wel mee aan de Schengenzone.
Om dit meer inzichtelijk te maken, kijken wij in dit artikel ook even naar de geschiedenis en het ontstaan van zowel de EU als het Schengengebied.
Geschiedenis en ontstaan van de EU
De Europese Unie (EU) is ontstaan uit een proces van politieke en economische integratie dat na de Tweede Wereldoorlog begon. Een van de belangrijkste doelstellingen was om een einde te maken aan de oorlogen tussen Europese landen en een manier te vinden om samen te werken en conflicten op te lossen zonder geweld of dreiging.
In 1951 werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (afgekort: EGKS) opgericht. Dat was een Europese organisatie die bedoeld was om de productie van kolen en staal onder het gezag te plaatsen van een gemeenschappelijke Hoge Autoriteit. De EGKS werd destijds opgericht door Frankrijk, Duitsland, België, Nederland, Italië en Luxemburg. Dit was de eerste stap in de richting van een politieke en economische unie tussen Europese landen. In 1957 werd de Europese Economische Gemeenschap (EEG) opgericht door dezelfde landen, met als doel de economische integratie te versterken. De EEG creëerde een gemeenschappelijke markt en streefde naar een monetaire unie.
In 1993 werd de Maastricht-verdrag ondertekend, die leidde tot de oprichting van de Europese Unie (EU) en de invoering van de Euro als gemeenschappelijke munt. De EU heeft zich sindsdien uitgebreid met nieuwe landen die zich hebben aangesloten, en het scope van de samenwerking tussen de lidstaten is uitgebreid naar veel meer gebieden, zoals binnenlandse zaken, buitenlandse zaken, defensie en justitie.
Geschiedenis en ontstaan van de Schengenzone
Het Schengengebied kwam tot stand toen in 1985 vijf landen het Schengenakkoord ondertekenden waarin tot de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen werd besloten. Na het Akkoord werd in 1990 de Schengenuitvoeringsovereenkomst gesloten, waarin de definitieve afschaffing van de controles aan de binnengrenzen werd geregeld en een reeks begeleidende maatregelen werd getroffen. De controles aan de buitengrenzen werden verscherpt, er kwamen procedures voor de afgifte van eenvormige visa, het Schengeninformatiesysteem (SIS) werd ingevoerd, de politiesamenwerking aan de binnengrenzen werd geïntensiveerd en de aanpak van de drugshandel werd verbeterd.
In de jaren die volgden, sloten steeds meer EU-landen zich aan bij het verdrag, en in 1997 werd het verdrag ingevoerd als formeel onderdeel van EU-wetgeving. Tegenwoordig bestaat de Schengenzone uit 27 landen, waarvan de meeste lid zijn van de EU, hoewel er ook enkele landen buiten de EU zijn die deel uitmaken van de Schengenzone.
Doel van het Schengenverdrag
Het doel van het Schengenverdrag is om de binnenlandse grens- en paspoortcontroles tussen de deelnemende landen af te schaffen en zo de vrijheid van reizen te verhogen binnen de Schengenzone. Dit betekent dat reizigers binnen de zone zonder paspoortcontrole kunnen reizen. Het verdrag streeft ook naar een versterking van de samenwerking tussen de deelnemende landen op gebieden zoals justitie en binnenlandse zaken, met als doel een betere handhaving van de veiligheid en de bestrijding van criminaliteit binnen de zone.
Waarom nemen sommige EU landen geen deel aan de Schengenzone?
Er zijn verschillende redenen waarom sommige EU-landen geen deel uitmaken van de Schengenzone. Een van de belangrijkste redenen is dat sommige landen hun eigen binnenlandse veiligheid en immigratiebeleid willen behouden en hierover geen compromissen willen sluiten met andere EU-landen. Sommige landen zijn zich bewust van de gevaren van de criminaliteit en de illegaliteit en hebben besloten om hun grenscontroles te behouden ter bescherming van hun eigen binnenlandse veiligheid.
Andere landen zijn niet aangesloten bij de Schengenzone, omdat zij technisch nog niet voldoen aan de eisen die zijn gesteld voor deelneming, zoals het aanpassen van de infrastructuur aan de nieuwe regels of het aanpassen van hun binnenlandse wetgeving. Er zijn ook landen die geen lid van de EU, maar zijn wel lid van de Schengenzone, zoals Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein. Zij hebben zich aangesloten bij het verdrag voor de vrijheid van reizen en de samenwerking met EU-landen op gebieden zoals justitie en binnenlandse zaken.
Wanneer mogen landen toereden tot de Schengenzone?
Om tot het Schengengebied toe te treden, moeten de Schengenlanden aantonen dat zij in staat zijn:
- de buitengrenzen van het Schengengebied namens de andere Schengenlanden te bewaken en een eenvormig visum voor kort verblijf af te geven (Schengenvisum);
- doeltreffend samen te werken met de andere Schengenlanden om een hoog veiligheidsniveau te handhaven als de controles aan de binnengrenzen zijn afgeschaft;
- de Schengenregels toe te passen die gelden voor de controles aan de land-, zee- en luchtgrenzen, de afgifte van visa, politiële samenwerking en de bescherming van persoonsgegevens;
- zich aan te sluiten op en gebruik te maken van het Schengeninformatiesysteem (SIS) en het Visuminformatiesysteem (VIS).
Schengenlanden worden regelmatig onderworpen aan een evaluatie om na te gaan of zij de Schengenregels correct toepassen.
Welke landen zijn Schengenlanden?
Er zijn 27 Europese landen die vallen onder het Schengengebied. Dit zijn de zogeheten Schengenlanden. Binnen deze landen mag u als inwoner van de Europese Unie (EU) vrij reizen. De controle van personen gebeurt aan de buitengrenzen van het Schengengebied.
Dit zijn de Schengenlanden:
- België;
- Denemarken;
- Duitsland;
- Estland;
- Finland;
- Frankrijk;
- Griekenland;
- Hongarije;
- Italië;
- Kroatië (lid vanaf 1 januari 2023);
- Letland;
- Liechtenstein;
- Litouwen;
- Luxemburg;
- Malta;
- Nederland;
- Noorwegen;
- Oostenrijk;
- Polen;
- Portugal;
- Slovenië;
- Slowakije;
- Spanje;
- Tsjechië;
- IJsland;
- Zweden;
- Zwitserland.
Welke EU-landen zijn geen Schengenlanden
Deze EU-landen horen hier niet bij het Schengengebied:
- Bulgarije;
- Cyprus;
- Ierland;
- Roemenië.
Welke niet-EU-landen zijn Schengenlanden
Deze landen horen niet bij de EU, maar wel bij het Schengengebied:
- Liechtenstein;
- Noorwegen;
- IJsland;
- Zwitserland.
Toekomst van de EU
De toekomst van de EU is onzeker en afhankelijk van een aantal factoren. Er zijn verschillende uitdagingen waarmee de EU te maken heeft, zoals de migratiecrisis, de groeiende bedreiging van terrorisme, de impact van Brexit, de economische ongelijkheid tussen lidstaten, de toekomst van de eurozone en de groeiende eurosceptische bewegingen binnen enkele lidstaten.
Er is ook de groeiende roep om verdere integratie binnen de EU, zoals de oprichting van een gemeenschappelijke asiel- en migratiebeleid, een gemeenschappelijke defensie-unie en een meer gecoördineerde buitenlandse en veiligheidsbeleid. Aan de andere kant zijn er ook stemmen voor minder integratie en meer nationale soevereiniteit, vooral in landen waar een groeiende eurosceptische beweging aanwezig is.
Het is moeilijk te voorspellen hoe de toekomst van de EU er uit zal zien, maar het zal afhangen van hoe de EU en de lidstaten in staat zijn om de uitdagingen aan te pakken en een balans te vinden tussen de behoefte aan integratie en de behoefte aan nationale soevereiniteit.
Toekomst van Schengen
De EU werkt voor de buitengrenzen momenteel aan een programma voor ‘slimme grenzen’. Dit bestaat uit een inreis-/uitreissysteem dat de grenscontroles verbetert, illegale migratie bestrijdt en tegelijk de grensoverschrijding vergemakkelijkt voor frequente en vooraf gecontroleerde reizigers. Ook streeft de EU ernaar om de visumprocedure beter te laten aansluiten bij andere beleidsgebieden, zoals toerisme, en om de procedures voor frequente reizigers verder te vergemakkelijken. Verder wordt er nagedacht over een nieuw type visum, het rondreisvisum, waarmee men langer dan 90 dagen, maar hooguit één jaar, op het grondgebied van twee of meer Schengenlanden zou mogen verblijven (met de mogelijkheid
om dit met nog een jaar te verlengen).
Toch blijft de toekomst van de Schengenzone onzeker omdat er verschillende uitdagingen zijn waarmee de zone te maken heeft, zoals de migratiecrisis, de groeiende dreiging van terrorisme en de impact van bijvoorbeeld een pandemie. De migratiecrisis heeft geleid tot spanningen tussen de deelnemende landen over hoe om te gaan met de toestroom van vluchtelingen en migranten. Sommige landen hebben hun grenscontroles tijdelijk hersteld om de situatie onder controle te krijgen, wat een bedreiging vormt voor de vrijheid van reizen binnen de zone.
De groeiende bedreiging van terrorisme heeft geleid tot een toename van de veiligheidsmaatregelen binnen de zone, waardoor de vrijheid van reizen wordt beperkt. Er zijn ook stemmen voor een verdere versterking van de samenwerking binnen de Schengenzone, zoals de oprichting van een gemeenschappelijke asiel- en migratiebeleid en een gemeenschappelijke grensbewaking. Het is daarom lastig te voorspellen hoe de toekomst van de Schengenzone er uit zal zien. Het zal afhangen van hoe de EU en de deelnemende landen in staat zijn om de uitdagingen aan te pakken en de balans te vinden tussen de vrijheid van reizen en de veiligheid van de burgers.
Bronnen: Rijksoverheid en de Europese Commissie
Gerelateerde berichten: