In een belangrijke ontwikkeling binnen het Europese Schengengebied hebben Roemenië en Bulgarije hun positie versterkt door gedeeltelijke toetreding tot dit gebied, waardoor grenscontroles op hun lucht- en zeehavens zijn opgeheven.
Deze mijlpaal markeert een langverwachte vooruitgang voor de twee landen, hoewel de landgrenscontroles vooralsnog gehandhaafd blijven.
Jarenlang hebben Roemenië en Bulgarije gestreefd naar volledige integratie in het Schengengebied, een doel dat tot op heden slechts gedeeltelijk is bereikt door weerstand van enkele lidstaten. Kritiek betrof vooral de noodzaak voor deze landen om hun inspanningen tegen corruptie en georganiseerde misdaad op te voeren. In het bijzonder had Nederland, onder leiding van de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, bezwaren geuit over de toetreding van Bulgarije zonder verdere hervormingen.
De volledige opheffing van grenscontroles, met name over land, is nog niet gerealiseerd, mede door een veto van Oostenrijk. Dit land eist verdere actie tegen illegale migratie voordat het toestemming krijgt voor volledige integratie in het Schengengebied. Ondertussen biedt het EU-agentschap Frontex ondersteuning aan beide landen bij het versterken van de buitengrenzen van de EU.
Discussies over het volledig openstellen van de landsgrenzen staan later dit jaar op de agenda, met optimisme vanuit de regeringen van Roemenië en Bulgarije dat deze grenzen tegen het einde van het jaar zonder controles zullen zijn.
Het Schengenverdrag faciliteert ongehinderde reisbewegingen voor EU-inwoners en visumhouders binnen zijn lidstaten, een groep die 27 Europese landen omvat, waaronder niet-EU-leden zoals IJsland, Zwitserland, Liechtenstein en Noorwegen.
De recente ontwikkelingen wijzen op een toekomst waarin ook Roemenië en Bulgarije hun plaats als volledige leden van dit gebied zullen innemen.
Gerelateerde berichten: