Nederland maakt deel uit van het Schengengebied. Dit gebied is een samenwerking van 26 Europese lidstaten die een gemeenschappelijk grens- en visumbeleid voeren, deze landen noemen we Schengenlanden of Schengenstaten.
De lidstaten zijn aan dezelfde visumregels gebonden, deze zijn vastgelegd in de gemeenschappelijke Visumcode. Dit stelt reizigers in staat om zich binnen het hele Schengengebied te verplaatsen zonder onderlinge grenscontroles, visumplichtige hebben slechts één visum, het Schengenvisum, nodig om de buitengrens van het Schengengebied te passeren.
Het vrije verkeer van personen is een grondrecht dat door de EU aan haar burgers wordt gegarandeerd. Het stelt elke EU-burger in staat om zonder speciale formaliteiten in elk EU-land te reizen, te werken en te wonen. De Schengensamenwerking vergroot deze vrijheid doordat burgers de binnengrenzen kunnen overschrijden zonder aan grenscontroles te worden onderworpen. Het Schengengebied garandeert vrij verkeer voor meer dan 400 miljoen EU-burgers, evenals voor vele niet-EU-onderdanen, zakenmensen, toeristen of andere personen die legaal op het EU-grondgebied verblijven.
Schengenlanden
De onderstaande landen maken deel uit van het Schengengebied:
België | Denemarken | Duitsland |
Estland | Finland | Frankrijk |
Griekenland | Hongarije | Italië |
Letland | Liechtenstein | Litouwen |
Luxemburg | Malta | Nederland |
Noorwegen | Oostenrijk | Polen |
Portugal | Slovenië | Slowakije |
Spanje | Tsjechië | IJsland |
Zweden | Zwitserland | Kroatië |
De landen Bulgarije, Kroatië en Roemenië zijn een procedure gestart om te kunnen toetreden tot het Schengengebied. Van niet-EU-landen zijn IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein tot het Schengengebied toegetreden.
Vrij verkeer in Europa
In 1985 werd door de afzonderlijke EU-regeringen in Schengen (een klein dorp in Luxemburg), het Schengenverdrag getekend. Met dit verdrag hebben de deelnemende landen de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen afgesproken. De uitvoering van de Schengen-overeenkomst begon in 1995, waarbij aanvankelijk zeven EU-staten waren betrokken. Nu maken 27 landen deel uit van het Schengengebied.
Alle EU-burgers, ongeacht de nationaliteit, mogen de binnengrenzen overschrijden zonder aan grenscontroles te worden onderworpen. De bevoegde nationale autoriteiten kunnen echter ook politiecontroles uitvoeren aan de binnengrenzen en in grensgebieden, op voorwaarde dat dergelijke controles niet gelijkwaardig zijn aan grenscontroles.
Bij een ernstige bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid mag een Schengenland tijdelijk grenscontrole aan zijn binnengrenzen invoeren. In beginsel, voor een beperkte periode van niet meer dan dertig dagen. Als dergelijke controles opnieuw worden ingevoerd, moeten de andere Schengenlanden, het Europees Parlement en de Europese Commissie worden geïnformeerd, evenals het publiek.
Vrijheid en veiligheid voor reizigers
De Schengenbepalingen zorgen er voor dat de controles aan de binnengrenzen van de Unie zijn afgeschaft, terwijl de controles aan de buitengrenzen juist verscherpt worden. Dit is in overeenstemming met de afspraken. Deze afspraken bestrijken verschillende gebieden:
- gemeenschappelijke regels die van toepassing zijn op personen die de buitengrenzen van de EU overschrijden, inclusief de soorten visa die nodig zijn en de manier waarop controles aan de buitengrenzen moeten worden uitgevoerd;
- harmonisatie van de voorwaarden voor binnenkomst en van de visumregels voor kort verblijf (tot 90 dagen);
- versterkte politiële samenwerking (met inbegrip van het recht op grensoverschrijdende bewaking en achtervolging);
- nauwere justitiële samenwerking door een sneller uitleveringssysteem en overdracht van tenuitvoerlegging van strafrechtelijke uitspraken;
- oprichting en ontwikkeling van het Schengeninformatiesysteem (SIS);
- documenten die nodig zijn voor reizen in Europa.
Voorwaarden voor toetreding tot het Schengengebied
Toetreden tot het Schengengebied is niet alleen een politieke beslissing. Landen moeten ook voldoen aan een lijst met randvoorwaarden, zoals voorbereid zijn en de capaciteit hebben om:
- verantwoordelijkheid te nemen voor het controleren van de buitengrenzen namens de andere Schengenstaten en voor het afgeven van uniforme Schengenvisa;
- efficiënt samenwerken met wetshandhavingsinstanties in andere Schengenstaten om een hoog niveau van veiligheid te handhaven zodra grenscontroles tussen Schengenlanden zijn afgeschaft;
- de gemeenschappelijke Schengenregels kunnen toepassen, zoals controles van land-, zee- en luchtgrenzen (luchthavens), afgifte van visa, politiële samenwerking en bescherming van persoonsgegevens;
- Aangesloten zijn en gebruik maken van het SIS.
De kandidaat-lidstaten ondergaan een “Schengen evaluatie” voordat ze toetreden tot het Schengengebied en daarna worden de landen periodiek getoetst om de correcte toepassing van de wetgeving te waarborgen.