Een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) is een inreisvisum voor langdurige vestiging in Nederland. Het gaat daarbij om een verblijf in het Schengengebied van langer dan 90 dagen.
Een vreemdeling van buiten de EU die langer dan drie maanden in Nederland wil blijven om te werken, te studeren of bij zijn familie te verblijven heeft een verblijfsvergunning nodig. De voorwaarden hiervoor zijn vastgelegd in nationale wet- en regelgeving waarvoor het ministerie van Justitie en Veiligheid beleidsverantwoordelijk, en de IND als beslissende instantie uitvoeringsverantwoordelijk is.
De MVV wordt aangevraagd bij de Nederlandse ambassade in het land van vestiging, die hiervoor advies vraagt aan de IND. Bij een positief advies van de IND wordt het visum in het algemeen verstrekt. De procedure duurt circa 3 maanden. De belangrijkste verblijfsdoelen waarvoor een MVV wordt aangevraagd zijn
- Werken in Nederland (vaak is hiervoor ook een werkvergunning nodig).
- Studeren in Nederland.
- Wonen in Nederland met een Nederlandse partner (“gezinsvorming” of “gezinshereniging”).
Voor de meeste nationaliteiten geldt dat zij voor vertrek eerst een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv, inreisvisum) moeten aanvragen voordat zij naar Nederland kunnen reizen. De aanvraag voor een mvv en verblijfsvergunning zijn samengevoegd in één ‘Toegang en Verblijf’ (TEV) procedure.
Na een positieve beslissing op een aanvraag door de IND kan de vreemdeling de MVV ophalen bij de consulaire afdeling van een Nederlandse vertegenwoordiging in het buitenland. Verreweg de meeste aanvragen worden gestart door een referent in Nederland, waarbij geldt dat het ministerie van Buitenlandse Zaken alleen een rol heeft in het mvv-afgifteproces na een inwilliging door de IND.
Coronapandemie
In 2019 is er 61.042 keer een MVV uitgegeven. Dat aantal was in 2020 aanzienlijk lager met 39.647 MVV-uitgiften (- 35%). De oorzaak daarvan is de coronapandemie. Door de inreisbeperkingen kwam ook de MVV-dienstverlening onder grote druk te staan als gevolg van de pandemie. In het begin van de coronacrisis (medio maart 2020) is de consulaire dienstverlening, en daarmee ook MVV-afgifte op de posten, noodgedwongen stopgezet.
Dat personen in het bezit van een geldige MVV uitgezonderd werden van het inreisverbod betekende niet automatisch dat het ministerie van Buitenlandse Zaken overal ter wereld in staat was MVV’s te verstrekken. Waar ketenpartners (zoals de IND) in Nederland met name afhankelijk waren van de Nederlandse situatie en maatregelen, gold voor mvv-afgifte dat het ministerie van Buitenlandse Zaken vooral afhankelijk was van de lokale situatie, zoals lockdowns, binnenlandse reisbeperkingen, uitreis- of vliegverboden. In sommige landen waar de medische voorzieningen niet toereikend waren, werd uitgezonden personeel gerepatrieerd naar Nederland waardoor op diverse posten langere tijd slechts een minimumbezetting was voor nooddienstverlening.
Inmiddels is MVV-afgifte in 2021 weer op het pré-corona niveau.
Bron: Staat van het Consulaire editie 2021
Gerelateerde berichten: