Om te voorkomen dat mensen die van het buitenland terugreizen naar Nederland het virus met zich meebrengen houdt het kabinet vast aan de verplichting van een negatieve PCR-testuitslag voor reizigers uit hoog risicogebieden.
De voorzieningsrechter oordeelde donderdag in een kort geding, dat Nederlandse Staat niet mag eisen dat een Nederlandse vrouw en kinderen eerst een PCR-test moeten ondergaan voor hun terugkeer uit het buitenland. “Voor een dergelijke plicht, geldend voor een Nederlandse onderdaan die wil terugkeren naar huis, is een deugdelijke wettelijke grondslag nodig”, aldus de rechter.
Op 31 december jl. heeft het kabinet laten weten in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag. Vanwege het grote belang dat het kabinet hecht aan de verplichte negatieve testuitslag, is naast het instellen van hoger beroep, besloten deze verplichting op te nemen in een ministeriële regeling onder de Tijdelijke wet maatregelen covid-19. Deze ministeriële regeling gaat in op 4 januari. Voor reizigers naar Nederland blijft de situatie dus ongewijzigd.
Om iedere discussie over de juridische grondslag voor zover nodig te beslechten heeft het kabinet besloten om met de grootst mogelijke spoed de Wet publieke gezondheid te wijzigen. Een voorstel daartoe zal op korte termijn ter advisering worden voorgelegd aan de Raad van State en daarna aan beide Kamers.
Het kabinet acht dit noodzakelijk om de verspreiding van het virus zo veel mogelijk te beperken. Daarom blijft het kabinet benadrukken alleen op reis te gaan als het strikt noodzakelijk is. Vakantie en familiebezoek zijn niet-noodzakelijke reizen. Mensen die uit hoog risicogebieden komen, moeten in Nederland 10 dagen in thuisquarantaine.
Het kabinet heeft de Tweede Kamer geïnformeerd via een Kamerbrief en de ministeriële regeling is gepubliceerd in de Staatscourant.
Bron: Rijksoverheid.nl